Het klinkt als een té catchy zin die zo uit het blad ‘Mijn Geheim’ had kunnen komen. Zo zwart-wit als dit is het dan ook niet. En tegelijkertijd is het volledig waar. Toen ik voor het eerst met theater in aanraking kwam, een aantal jaar geleden, wist ik niet wat me overkwam. 

Ik vond iets van mezelf terug, waarvan ik nooit geweten had dat ik het kwijt was. Een intense ervaring, die leidde tot een belofte aan mezelf: “Ik wil alles te weten komen van theater wat los en vast zit”. 

Ik maakte vanuit die belofte afspraken met mezelf, iets wat ik daarvoor nog niet op deze manier had kunnen doen. Iedere dag zou ik iets doen, wat te maken had met die belofte. Dat kon van alles zijn: het uitzoeken van een voorstelling, het kopen van een kaartje, op internet zoeken naar informatie, een tekst lezen, een theateraccount gaan volgen op Facebook, you name it.  

Hoewel onbewust, had ik mezelf hiermee de mogelijkheid gegeven om de intense ervaring langer te rekken. Theater bleef ‘levend’ en ik kon de binding ermee blijven houden. Ik denk dat het na een aantal maanden was, of misschien een half jaar, dat ik merkte dat er iets wezenlijks verschoven was. 
 
Zo’n tien jaar geleden had er al een verschuiving plaatsgevonden van ‘dood willen’ naar afwisselend ‘het zou een opluchting zijn als het leven morgen stopt’ en ‘als het leven morgen stopt dan is dat prima’.  

Nu merkte ik voor het eerst dat ik ‘NIET dood wilde’, omdat ik nog dingen wilde doen. Dingen wilde beleven. Ik was nog niet klaar met mijn leven. Daarnaast gaf theater een positieve noot aan dat leven, wat tot dat moment voornamelijk uit worstelen bestond. De weegschaal kwam wat meer in balans. 
 
Theater bracht me ook letterlijk leven. Ik betrapte mezelf op de gedachte “ohhh, DIT is wat ze met ‘levensenergie’ bedoelen!” Ik voelde – en voel nog altijd – een sprankeling die nieuw voor me was. Een bruisende, stuwende kracht. Van andere mensen kreeg ik terug: ‘Je gaat helemaal stralen als je het er over hebt’ en precies dat kon ik voelen. 
 
Opgegroeid in een omgeving waar ik er nooit volledig had kunnen zijn, was er nu voor het eerst een wereld waar ‘alles van mij’ welkom was. Ik hoefde niet bang te zijn dat bepaalde uitlatingen raar zouden over komen, want het kon altijd wegvallen onder de noemer ‘toneel’. De hoeveelheid lucht die dat gaf is niet te beschrijven. Alsof ik eindelijk uit een te strak malletje kon stappen. 
 
Veel mensen in de theaterwereld nemen een rol aan, een alter ego. Maar ik ben in deze wereld echter dan ik ooit ergens heb kunnen zijn. Er wordt om ‘mijn rollen’ gevraagd. Sterker nog, het is de bedoeling dat ze er zijn. Ze worden uitgenodigd zonder dat iemand dat weet, en precies dat geeft de veiligheid waardoor het kan.  

Ze vinden hun plek in de wereld op het podium dat ze verdienen, met theater als ‘dekmantel’.