Herstel van dissociatieve stoornissen is mogelijk. Onderdeel daarvan kan zijn dat je behandeling hebt gevolgd die je heeft geholpen om jezelf beter te begrijpen en je weer prettiger en stabieler te voelen. Of je volgt geen behandeling meer omdat je daar zelf voor koos of er geen behandeling (meer) mogelijk is of lijkt.

Wat onder herstel wordt verstaan verschilt overigens per persoon. De een ziet herstel als het overwinnen van dissociatieve en posttraumatische klachten, waar de ander herstel ziet als leven met deze klachten. Hoe iemand (gedeeltelijk) herstel ook ziet, er is bij herstel altijd sprake van een betere kwaliteit van leven. 

Klaar met therapie?

Hoe weet je of je klaar bent met therapie? Vaak gaat dit in overleg met je behandelaar of het behandelteam. Meestal maak je samen met je behandelaar een behandelplan, waarin jullie behandeldoelen opnemen en die regelmatig evalueren. Tijdens zo’n evaluatie komt op een bepaald moment afronding ter sprake, bijvoorbeeld omdat alle doelen behaald zijn. Afronding en afscheid nemen is een proces op zich en daarom ook onderdeel van de behandeling. Je bereidt je dan ook voor op het leven na de behandeling.

Zelf kun je merken dat je het einde van je behandeling nadert als je een vermindering van je dissociatieve klachten ervaart. Daarnaast heb je technieken geleerd om je emoties te reguleren, om te gaan met posttraumatische klachten, om te gaan met dissociatie en om zelfdestructief gedrag te verminderen. Ook kun je merken dat je vriendelijker met jezelf omgaat, betekenisvolle contacten om je heen hebt verzameld en een waardevolle daginvulling hebt gevonden.

Wanneer stoppen met therapie niet je eigen keuze is

Helaas komt het ook geregeld voor dat het beëindigen van je behandeling niet verloopt zoals je graag zou willen, of afscheid eerder komt dan voor jou past. Bijvoorbeeld wanneer je een (klinische) behandeling volgt van een vooraf vastgestelde tijdsduur. Daarnaast kan het zijn dat je behandelaar van werkplek verandert of langdurig ziek wordt. Of, en in het geval van dissociatieve stoornissen komt dit helaas best vaak voor: de behandeling wordt ineens niet meer door de ggz-instelling aangeboden of vergoed. Ook wanneer je in een van deze situaties terecht komt, kunnen onderstaande tips behulpzaam zijn. 

Tot slot zijn er mensen met een dissociatieve stoornis die na lange behandeltrajecten en veel doorverwijzingen  het vertrouwen in de hulpverlening hebben verloren. Zij kiezen er zelf voor om geen behandeling meer aan te gaan in de reguliere ggz. Ze zoeken zelf naar manieren om met hun klachten om te gaan of gaan op ontdekkingstocht in de ‘alternatieve zorg’, zoals natuurgeneeskunde en homeopathie. 

Tips voor na je behandeling

Het thema ‘na de behandeling’ levert vaak dubbele emoties op; zowel blijdschap en opluchting als angst, verdriet en/of boosheid. Het is fijn om te kunnen ervaren dat je klachten zijn verminderd en dat je het leven meer aan kunt. Tegelijkertijd kun je jezelf afvragen of het allemaal wel zonder behandeling gaat lukken, kun je bang zijn voor een terugval of stel je hoge eisen aan jezelf, zoals dat je nu ‘wel echt vrolijk door het leven moet’. De volgende tips kunnen je wellicht helpen bij het leven na de behandeling: 

  • Je hoeft het niet allemaal alleen te doen. Vraag hulp aan je omgeving. Durf te ontdekken bij wie je voor welke dingen kunt aankloppen. De ene persoon is bijvoorbeeld beter in het geven van advies, terwijl de ander liever een knuffel geeft. 
  • Verwacht niet van jezelf dat je na behandeling dolgelukkig bent. Je zult nog steeds momenten of dagen hebben waarop je worstelt met van alles. Dat mag. Wees geduldig met jezelf.  
  • Zet de technieken waarmee je hebt geoefend in therapie ook in gedurende ‘het echte leven’. Soms helpt het om die op te bundelen, samen met bijvoorbeeld behulpzame uitspraken van vrienden, zodat je terug kunt kijken wat voor jou behulpzaam was. 
  • Blijf jezelf ontwikkelen en uitdagen. Volg bijvoorbeeld eens een cursus of ontdek een nieuwe hobby. 
  • Houd je (crisis)signaleringsplan up-to-date en deel deze met je naaste(n). 
  • Gaat het langere tijd weer slechter met je, en kom je er zelf niet zo goed uit? Of zeggen anderen tegen je dat het niet zo goed lijkt te gaan? Neem dan contact op met je oud-behandelaar of huisarts.  

Lotgenotencontact 

Caleidoscoop is er ook voor lotgenoten die geen behandeling (meer) volgen. Je kunt nog steeds meedoen aan onze activiteiten en deelnemen aan gespreksgroepen. Misschien wil je jouw ervaring wel delen: het kan helpend zijn voor anderen om jouw ervaringen over leven na behandeling te horen of lezen.  

Omdat we merken dat de behoeften van lotgenoten die in deze fase van hun herstel zijn, verschillen van lotgenoten die nog erg aan het worstelen zijn met hun klachten, willen we daar ook ruimte voor bieden. Als dissociatieve klachten niet meer zo’n allesbepalende rol spelen, of je weet inmiddels goed wat voor jou werkt, past een reguliere lotgenotengroep misschien niet meer zo goed bij je. Terwijl je wel behoefte hebt aan contact met mensen die je vanuit eigen ervaring begrijpen. Herken je dit? Neem dan gerust contact met ons op via mail@caleidoscoop.nl.