Heb je wel eens iemand in je behandelkamer gehad waar je maar geen contact mee lijkt te krijgen? Die tegenstrijdige signalen uitzendt die je niet kunt plaatsen? Is er iemand naar je verwezen die ‘dissociatieve stoornis’ in z’n dossier heeft staan?

Dissociatie is niet altijd zichtbaar. Andere klachten staan vaak op de voorgrond. Ook cliënten weten zelf regelmatig niet goed wat er met hen aan de hand is. Ze vinden het moeilijk om hun ervaringen te beschrijven. Dissociatieve stoornissen komen niet zo vaak voor. Dat maakt herkenning lastig, en de behandeling kan een hele zoektocht zijn. Wat kun je als hulpverlener of ondersteuner doen, en waar kun je op letten? 

Eerste hulp bij dissociatie

Dissociatie kan er verschillend uitzien per persoon en per situatie. Het belangrijkste kenmerk is dat de persoon uit contact raakt, met zichzelf en/of de omgeving. Mensen ervaren dit ook wel als ‘losgekoppeld’ zijn. Ze hebben vaak moeite met hun emoties en (het voelen van hun) lichaam. Gevoelens kunnen plotseling veranderen van intens en overweldigend naar totaal afwezig. Of niets lijkt te helpen om het gevoel van afwezigheid te doorbreken.  

Dat een cliënt dissocieert, kun je ook merken aan je eigen lichaamssignalen. Sommige hulpverleners merken dat zij er bijvoorbeeld ‘niet meer zo bij zijn’, dat hun gedachten steeds afdwalen of dat ze sneller schrikken. Dat kan een signaal zijn dat je cliënt dissocieert. Je kunt je cliënt dan bijvoorbeeld vragen of die nog bij het gesprek aanwezig is. Of je kunt noemen dat jij opeens sterke emoties voelt terwijl de ander niets lijkt voelen, en je afvraagt of de ander dat herkent. Misschien is er iets veranderd tijdens het gesprek. 

Net zoals er verschillende vormen van dissociatie bestaan, zijn er uiteenlopende manieren om te reageren op iemand die dissocieert. Zo kan het voor de een helpend zijn om aangeraakt te worden, terwijl aanraking voor de ander het dissociëren kan verergeren. Het is daarom noodzakelijk om samen met je cliënt uit te zoeken wat helpend is in het geval van dissociatie; wat de persoonlijke do’s en don’ts zijn. Verwacht niet dat de cliënt al exact weet hoe diegene uit dissociatie gehaald kan worden. Dit is vaak een langdurig en persoonlijk onderzoek. In een open, veilige setting kun je dit wel samen met je cliënt uitzoeken.  

Tips en adviezen

  • Blijf. Blijf op de een of andere manier in contact, zoals prettig is voor de cliënt of zoals jullie samen hebben afgesproken. Verlaat de ruimte niet zomaar. Haal er ook niet zomaar andere mensen bij. 
  • Creëer een zo veilig mogelijke situatie. Vertel de cliënt bijvoorbeeld waar diegene nu is, in welk jaar, op welke dag, en dat het veilig is. Dat die persoon er mag zijn, dat het oké is en dat je erbij blijft.  
  • Neem de tijd. Wees geduldig en verlang niet van jezelf en van je cliënt om zo snel mogelijk uit dissociatie te komen. Op een ‘gedwongen’ manier uit dissociatie gehaald worden kan averechts werken. Iemand lijkt aanwezig(er) te zijn of te reageren zoals je zou willen, maar iemand kan juist het contact met zichzelf verder verliezen. 
  • Betrek het lichaam op manieren die je cliënt kan verdragen. Er zijn ‘grondingsoefeningen’ die kunnen helpen uit dissociatie te komen, maar ook hier geldt: onderzoek samen met je cliënt welke van deze technieken passend zijn. Het kan ook helpen om samen in beweging te komen, door bijvoorbeeld een stukje te lopen of een balletje over te gooien. Voor sommige mensen kan een lichaamsgerichte oefening confronterend zijn, omdat ze het spannend vinden om zo bewust met hun lichaam bezig te zijn. Doe het dan rustig aan en bespreek wat er gebeurt. 
  • Naast grondingsoefeningen zijn er ook ‘nadenkspelletjes’ die kunnen helpen, zoals een woordenassociatiespel. Of bespreek iets concreets uit het hier en nu, bijvoorbeeld wat iemand na therapie gaat doen. 
  • Onderzoek samen met je cliënt wat kan helpen om dissociatie te voorkomen of verminderen. Dit zou kunnen gaan over het aanpassen van de ruimte, de manier waarop jullie bij elkaar zitten, geur, licht, geluid en manieren om veiligheid te vergroten, zoals het meenemen van foto’s, een knuffel of ‘frutsels’ om mee te spelen tijdens therapie. 
  • Onderzoek samen met je cliënt wat dissociatie veroorzaakt: welke triggers zijn er? Welke geluiden, woorden, geuren en emoties leiden tot dissociatie? Kun je leren herkennen wat er gebeurt voordat de spanning te veel oploopt? 

Naasten betrekken bij de behandeling 

In het gezamenlijke onderzoek naar wat dissociatie veroorzaakt, verergert, vermindert en voorkomt is het belangrijk om, met toestemming van de cliënt, de naasten mee te nemen. Het is zinvol om met de cliënt, en eventueel de naasten, te bespreken hoe er thuis of in omgeving van naasten op het dissociëren gereageerd kan worden. Dit kan anders zijn dan in de therapiesessie. Naasten van de cliënt kunnen bijvoorbeeld de cliënt wel aanraken in dissociatie, waar de therapeut juist meer op afstand moet blijven. Ook kunnen er dingen zijn in de omgeving van de cliënt en naasten die dissociatie kunnen helpen voorkomen, zoals het verwijderen of verminderen van specifieke geluiden, geuren of licht.  

Neem ten alle tijden de cliënt en de naasten serieus. Het komt regelmatig voor dat mensen die worstelen met dissociatieve klachten hun eigen klachten en triggers niet serieus nemen. Door specifiek aandacht te besteden aan mogelijke triggers en manieren om aanwezig te blijven, oefent de cliënt ook met zichzelf serieus nemen.  

Praktische hulpmiddelen tijdens de behandeling 

  • Soms kan het helpen om gesprekken op te nemen, zodat iemand het gesprek thuis zelf terug kan luisteren.  
  • Opstellingen met bijvoorbeeld speelgoeddieren of poppetjes kunnen helpen om iemands interne leefwereld in beeld te brengen.  
  • Gebruik visuele hulpmiddelen, zoals de flip-over van Janina Fisher, om uit te leggen wat er gebeurt wanneer iemand getraumatiseerd is of dissocieert.  
  • Mailcontact kan nuttig zijn. Wees zelf duidelijk wat je in dat opzicht wel en niet kunt bieden. Het kan ook behulpzaam zijn om de geschreven stukken tijdens een sessie te bespreken.  

Behandeling dissociatieve stoornissen 

Er zijn verschillende behandelmogelijkheden voor mensen met een dissociatieve stoornis. Vaak bestaat de behandeling uit een combinatie van psychotherapie, traumatherapie en non-verbale therapie. Zoals bij alle andere psychische problematiek is het ook bij de behandeling van dissociatieve stoornissen belangrijk om mét de cliënt uit te zoeken welke vorm van behandeling het beste past. Samenwerking en afstemming is hierbij van meer belang dan de therapievorm. Zorg er dan ook voor dat (het contact met) de cliënt leidend is in de behandeling in plaats van het therapiemodel.  

Bij mensen met dissociatieve klachten is er door een geschiedenis van verwaarlozing en/of misbruik vaak sprake van verstoorde hechting en een verstoord verwachtings- en vertrouwenspatroon. Zeker in het kader van dissociatieve en traumaproblematiek is het daarom belangrijk om uitgebreid aandacht te besteden aan de behandelrelatie, veiligheid, contact, bereikbaarheid en autonomie. Een aantal algemene aandachtspunten: 

  • Maak gezamenlijk duidelijke afspraken (ook over bereikbaarheid tussen therapiesessies door) en kom die na. 
  • Wees transparant, respectvol, geduldig en consistent. 
  • Zorg dat je bewust bent van overdracht en tegenoverdracht; zorg dat je zo zelfbewust mogelijk omgaat met eigen emoties en patronen die in contact met je cliënt worden opgeroepen. 
  • Evalueer regelmatig de behandeling én het behandelcontact/de behandelrelatie. 
  • Pas op met invullen voor de cliënt en welk taalgebruik je daarbij bezigt. Wees dan ook voorzichtig met het gebruik van termen als delen en alters.  

Vermoed je een dissociatieve stoornis bij je cliënt maar heb je geen ervaring met deze problematiek?  

Dit is een lastige situatie, die regelmatig voor komt. Er is geen eenduidig antwoord, omdat veel afhangt van zowel jou als professional, de cliënt als de beschikbare alternatieven. Vraag jezelf af: 

  • Wat heeft deze persoon daadwerkelijk nodig? Kijk verder dan alleen de classificatie en onderzoek of je bepaalde vooroordelen of aannames hebt over dissociatieve problematiek. 
  • Wat kan ik wel of niet bieden? Heb ik zelf eventueel hulp en intervisie nodig? 
  • Zijn er reeele alternatieven voor deze cliënt, en sluiten die ook aan bij wat deze zelf wil? 
  • Kan en wil ik me verdiepen in deze problematiek?  
  • Is het zinvol om anderen bij de behandeling te betrekken? 

Bespreek met je cliënt wat je vermoeden is en wat jouw twijfels zijn, maar ook waar je grenzen en beperkingen liggen ten aanzien van het bieden van zorg. Verwijs niet zonder meer door, maar overleg samen met de cliënt en vraag wat die nodig heeft en zou willen. De individuele voorkeuren verschillen sterk. Een deel van de mensen geeft er de voorkeur aan om bij een hulpverlener te blijven waar zij zich prettig bij voelen, of zij willen liever niet in een grote ggz-instelling worden behandeld.  

Doordat er zo weinig gespecialiseerde behandelplekken zijn, zien we regelmatig dat betrokken behandelaars het avontuur met hun cliënt aangaan, ondanks hun beperkte ervaring. De kwaliteit van de behandelrelatie hangt sterk samen met het succes van de behandeling. We adviseren wel om je nieuwsgierig op te stellen en je te verdiepen in dissociatieve problematiek.   

Niet alle zorginstellingen bieden mogelijkheden tot behandeling of begeleiding voor mensen met een dissociatieve stoornis. Daardoor is het voor lotgenoten lastig om behandeling te vinden. Caleidoscoop houdt een lijst bij van professionals die hulp bieden aan mensen met dissociatieve klachten, om onze achterban te helpen bij het vinden van passende zorg. Ben je een professional in de zorg en begeleid of behandel je mensen met een dissociatieve stoornis? Dan zouden we graag, met toestemming, je gegevens ontvangen en beschikbaar stellen aan onze leden. Mail naar bestuur@caleidoscoop.nl. 

Meer weten? 

Geïnteresseerd in een lezing door onze vrijwilligers? Kijk bij voorlichting. Het is ook mogelijk om advies in te winnen of te overleggen over een cliënt. Stuur dan een e-mail naar voorlichting@caleidoscoop.nl. 

Als je je wilt verdiepen in dissociatie, dissociatieve stoornissen en vroegkinderlijk trauma raden we als Caleidoscoop de volgende boeken en artikelen aan Sommige auteurs bieden een combinatie aan van informatief boek, werkboek en/of flip-over, die je kunt inzetten tijdens therapie. 

Onze vrijwilligers hebben meegewerkt aan de totstandkoming van de zorgstandaard Dissociatieve Stoornissen. Professionals kunnen hier een kijkje nemen.[Verwijzen naar zorgstandaard] 

Over Caleidoscoop 

Caleidoscoop is de landelijke vereniging voor mensen met een dissociatieve stoornis en hun naasten. Bij Caleidoscoop kunnen zij terecht voor informatie over (leven met) een dissociatieve stoornis/dissociatieve klachten. Ook biedt Caleidoscoop lotgenotencontact via het delen van ervaringen, gespreksgroepen en de Caleidofoon

Voor mensen die worstelen met dissociatieve klachten is het vaak een zoektocht om die klachten te herkennen, erkennen en begrijpen. Deze mensen hebben dikwijls een relatief lange geschiedenis in de geestelijke gezondheidszorg gehad voordat zij de passende classificatie en behandeling krijgen. Voor een deel komt dat doordat er in zowel de eerstelijns als tweedelijns zorg weinig kennis is over dissociatieve klachten en dissociatieve stoornissen. Caleidoscoop wil professionals in de ggz en het sociale domein informeren over de inhoud, impact en gevolgen van een dissociatieve stoornis.