Deze classificatie wordt voornamelijk gebruikt om aan te duiden dat er sprake is van aanzienlijke dissociatieve symptomen, maar dat (op dat moment) niet kan worden vastgesteld of er sprake is van een van de gespecificeerde dissociatieve stoornissen zoals DIS, AGDS of DPDR.
Het kan zijn dat daar geen tijd voor is, bijvoorbeeld op de spoedeisende hulp. Het kan ook zijn dat deze diagnose wordt gebruikt als sterke indicator dat er sprake is van een dissociatieve stoornis, maar dat aanvullende informatie nodig is om een helderder beeld te krijgen.