Soms is de wereld vreemd. De omgeving waarin ik woon, zelfs mijn eigen huis, is onbekend voor mij. Dan weer ben ik in mijn hoofd ‘ergens anders’ en word ik later geconfronteerd met dingen die ik gedaan heb, waarvan ik mij niet bewust was toen ik ze deed. De wereld wordt, wanneer ik veel onrust of stress ervaar, soms letterlijk ‘zwart-wit’. De kleuren zijn afwezig wanneer ik buiten loop. Van binnen voel ik mij in deze situatie alsof ik constant stukjes van mijzelf aan het zoeken ben, ze bijeen wil houden maar ze niet weet te vinden. Dat veroorzaakt nog meer onrust en stress. Deze delen waaruit mijn persoonlijkheid bestaat, zijn ontstaan door vroegere trauma’s die een splitsing hebben veroorzaakt.

Ik leid een vrij eenzaam bestaan omdat het me veel moeite kost om in contact te zijn met de buitenwereld. In contact met andere mensen voel ik ‘mijzelf niet meer’. Ik ben onderhevig aan wat anderen van mij willen. Al naar gelang de situatie, komt er een ‘deel ‘naar voren dat de zaak afhandelt. Ik voel niets; omdat ik uit contact met mijzelf ben.

Er is geen emotie wanneer mij iets ergs wordt aangedaan. Trauma en emoties zijn van elkaar gescheiden. Emoties worden opgeborgen in een soort ‘niemandsland’ en ik kan er zelf niet meer bij. Het is niet meer iets van mij, ik voel alleen een lege ruimte in mijzelf…

De innerlijke onrust loopt soms te hoog op; door veel contact met buiten, dingen die er verwacht worden of die ik van mijzelf verwacht. Dan kan ik soms uitval van mijn hele lichaam hebben. Het voelt alsof ik heel zwaar word, aan een kant van mijn lichaam. Ik verlies de sturing, de controle over mijn bewegingen en ik val op de grond. Dit duurt een paar minuten en dan functioneer ik weer.

Soms word ik wakker en voel ik mij ‘unheimisch’; een onbestemd gevoel alsof er iets is gebeurd maar ik weet niet meer wat. Dan weer herinner ik mij, op een moment op de dag, flarden van een gebeurtenis. Maar ik weet de context niet, niet de tijd of waar het was… Ik heb soms emoties alsof er iets gebeurt is, iets vervelends, maar ik heb geen herinnering aan de werkelijke gebeurtenis.

Vaak kijk ik naar mijn omgeving vanachter een ‘raam’; alsof ik zelf in een glazen stolp zit. Het leven trekt aan me voorbij. Dan weer zie ik, onder invloed van de onrust en stress van binnen,  dingen buiten gebeuren die er niet werkelijk zijn. Daar kom ik achter omdat ik, vaak een dag later, mij ineens besef dat ik ergens iets ‘gezien’ heb wat ik logischerwijs niet kan plaatsen in zo’n ruimte of op zo’n plek. Maar de vorige dag leek die man in de tuin zó echt… En die groene fiets in een totaal zwart-witte wereld… die stond daar toch??

Mijn eerste ervaring met dissociatie die ik me herinner, is van mijn kindertijd, waarin ik traumatische ervaringen heb opgedaan. Waarin ik op zekere dag de angst ‘verloor’ toen mij iets werd aangedaan. Als een soort ‘onzichtbaar gestalte’ leefde ik in een wereld waarin ik nooit thuis leek te horen. Ik creëerde mijn eigen wereldje in mijn hoofd, in mijn kamer. Mijn geest creëerde een ‘Imaginairy Friend’; ik was niet meer alleen…

De trauma’s die zich in mijn latere leven voltrokken herinnerden mijn wezen eraan dat de ‘delen in mij’ steeds verder uiteen kwamen te liggen. Allemaal om mijzelf te beschermen steeds verder opsplitsten. En ik moest steeds meer en meer moeite doen om mijzelf bij elkaar te puzzelen. De delen hebben gezorgd dat ik heb overleefd. Maar dat is wat ik nog steeds doe; overleven. Iets in mij overleeft altijd. Het is iets wezenlijks wat ik voel dat niet kapot kan.