Mijn badkamerkastje was hoognodig toe aan een opruimbeurt. Terwijl ik bezig was, kwam ik allemaal oude pillenstrips met verschillende namen en uiteenlopende doseringen tegen. Voorgeschreven tegen onrust, angst, slapeloosheid, chaos in m’n hoofd, somberheid. Als ik de doseringen zie, schrik ik een beetje. Heb ik dat echt gehad? Ik kan het me niet meer voorstellen.

Mijn ervaring met medicijnen is zo dubbel dat ik niet goed weet wat ik er in het algemeen van vind. Ik ben bijvoorbeeld blij met de medicijnen die ik nu slik, die me helpen om te slapen, en de pillen die ik overdag kan nemen als de angst of onrust echt te erg worden. Het biedt me een ontsnappingsmogelijkheid, een vluchtheuveltje in de tijd.

Aan de andere kant heb ik, naast die pillenstrips in mijn badkamer, mijn overgewicht als zichtbaar bewijs van die periode van uitproberen en slikken van medicijnen. Want hoewel ik in me als tiener had voorgenomen nooit meer van die pillen te nemen, had ik er nu, zo’n vijftien jaar later, uiteindelijk toch zelf om gevraagd. Ik wist gewoon niet meer hoe ik zelf nog de somberheid en angst de baas kon blijven, en ik raakte uitgeput van de voortdurende strijd in en met mezelf.

Als ik nu een vriendin vraag hoe ik ‘toen’ was, vertelt ze hoe afwezig ik was, dat ik dat zelf niet meer in de gaten had. Zij was ook degene die me er op wees hoe ik afgevlakt raakte. Het drong toen niet tot me door dat ze bezorgd was. Toch waren het uiteindelijk de bijwerkingen die me er toe aanzetten om te stoppen. Vooral het oneindige hongergevoel en de bijbehorende eetbuien, de leegheid die ik in mezelf ervoer, de sufheid. Ik voelde me misschien niet meer alleen maar heel naar, maar ik voelde nu helemaal niets meer.

Ironisch genoeg waren de effecten en bijwerkingen ook deel van waar ik behoefte aan had. Rust in mijn hoofd en lijf. Slaap. Er even niet hoeven zijn. En, wat ik me pas later realiseerde: de bijwerkingen versterkten iets wat ik toch al veel deed: dissociëren. Ik vond het vaak al moeilijk om te voelen, of mijn emoties waren zo overweldigend dat ik niet wist waar ik het zoeken moest. Ik voelde me nog meer vervreemd van mezelf, wist niet meer wie ik was. Mijn dagen gingen in een waas voorbij: dat was voor de pillen ook regelmatig zo, maar dan voelde ik tenminste regelmatig nog wel iets, en had ik ideeën. Vooral mijn ideeën en creativiteit miste ik toen pas echt: dat vormde de motor in mezelf om steeds weer nieuwe dingen te proberen en initiatief te nemen, om hoop te voelen en door te gaan. Nadat ik stopte, kwam dat langzaam maar zeker allemaal terug.

Ik kan niet beoordelen of het me meer zou hebben geholpen als ik die medicatie niet gedurende die tijd had genomen. De gewichtstoename waar ik nog steeds niet van af ben, vind ik nog altijd moeilijk. Aan de andere kant heeft deze zoektocht naar behulpzame pillen opgeleverd dat er toch íets is gebleken wat voor mij werkt.

Het is niet het antwoord op alles, maar toch zou ik voorlopig niet zonder deze pillen willen. Ik heb het nu meer zelf in de hand. Ik kan meer of minder nemen als dat nodig is. Mijn recept voorziet in dagelijkse doseringen, maar als ik het vergeet of geen pillen wil nemen, is dat geen probleem. Ik weet dat ik altijd mijn psychiater kan vragen als ik het toch anders wil. Dat geeft rust. Rust uit pillen, en rust uit heldere afspraken en zelf controle hebben.