Over TIST, Janina Fisher en eendtherapie
Recensie webinar ‘Trauma en innerlijke verdeeldheid’ door Anne van Winkelhof. Deze recensie verschijnt ook in de zomer-editie van de Caleidokrant, het ledenblad van Caleidoscoop.

Uitgeverij Mens! organiseerde de webinar-serie ‘Trauma en innerlijke verdeeldheid; cliënten helpen hun persoonlijkheidsdelen te omarmen’ onder leiding van Janina Fisher. Ik mocht deze vierdelige webinar-serie volgen en raakte zowel geïnspireerd als gefrustreerd.

Janina Fisher is psychotherapeut en heeft het TIST-model ontworpen (TIST: Trauma-Informed Stabilization Treatment). Dit model bevat elementen uit IFS (Internal Family Systems), uit Sensorimotor Psychotherapy en heeft als basis de structurele dissociatietheorie (het ontstaan van dissociatieve delen als gevolg van trauma). Het model is in principe ontwikkeld om getraumatiseerde mensen te helpen die al jarenlang vastlopen in het zorgsysteem en worstelen met zelfdestructief gedrag. Het idee van TIST is dat het zelfdestructieve gedrag afkomstig is van een gedissocieerd vecht- of vluchtdeel. Wanneer iemand suïcidaal is, wordt die suïcidaliteit als een deel van die persoon gezien; het deel dat suïcidaal is.

Wat ik mooi vind aan dit model is dat de cliënt op een bepaalde manier wordt ‘ontschuldigd’. Ik heb vaak genoeg meegemaakt dat hulpverleners zeer negatief op mijn zelfdestructieve gedrag reageerden. Ik zou het vooral doen om aandacht te trekken, bijvoorbeeld. Het TIST-model biedt meer compassie voor de cliënt als geheel, met delen die vanuit een vlucht- of vechtreactie destructief zijn. Op deze manier is er meer ruimte om naar de achterliggende behoefte van die delen te kijken. Dit is veel vriendelijker en nuttiger dan het zelfdestructieve gedrag enkel labelen als ‘lastig’ en als iets waar je mee moet stoppen.

Om effectief met het TIST-model te werken is het van belang dat de therapeut en de cliënt consequent de taal van ‘delen’ gebruiken. Het doel hiervan is, is dat de cliënt zich mindful en nieuwsgierig kan opstellen tegenover diens delen. Meer afstand van het ‘zelf’ tot de delen leidt ook tot minder intensiteit van de emotie. Dit is één van de momenten waarop ik gefrustreerd raakte. Ik zou het zelf heel vervelend vinden als mijn therapeut alles vertaalt naar delen (‘een deel van jou schaamt zich’, ‘een deel van jou voelt dat het haar schuld was’, ‘een deel van jou wil het lichaam pijn doen’). Dat is namelijk niet hoe ik het vaak voel en ik zou me beperkt voelen in het vinden van een eigen taal voor hoe ik mijn binnenwereld ervaar.

Iets anders wat ik ook frustrerend vond (of: ‘het deel van mij dat gefrustreerd raakte…’), heeft te maken met de rol van de therapeut in dit model. Zoals ik het begrijp, is het de rol van de therapeut om de (innerlijke) communicatie tussen delen van de cliënt te faciliteren en te motiveren. De therapeut vraagt dus bijvoorbeeld aan de cliënt of die zelf het angstige of jonge deel kan aanspreken. De communicatie met de delen gaat dus altijd via de therapeut en niet direct met de therapeut. Ik merk dat dit me raakt, omdat ik het oneerlijk vind dat ik als ‘gezonde volwassene’ voor mijn kwetsbare delen moet zorgen. Ik draag het mijn hele leven al alleen en nu moet ik het weer zelf doen! Ik zou zo graag willen dat mijn kwetsbare en jonge delen door mijn therapeut worden aangesproken, gerustgesteld, vastgehouden…

Deze behoefte van mij (oké, hier zie ik wel in dat dit ‘delen van mij’ zijn) is uiteraard een traumareactie. En die behoefte hoeft misschien niet ingewilligd te worden, maar wel gezien en gehoord. Het TIST-model heeft hier aandacht voor. Janina liet tijdens de webinar-serie videopnames van haar sessies met cliënten zien. Ik was geraakt door de manier waarop zij aanwezig was en zich compassievol opstelde zonder de ‘persoonlijke ruimte’ van de cliënt te betreden. Wat mij betreft een prachtig voorbeeld van een balans tussen gepaste afstand en liefdevolle nabijheid. Ook liet ze een voorbeeld zien van het gebruik van objecten om delen van de cliënt in de kamer te plaatsen. Dit heeft ze een aantal keer met badeendjes gedaan. Ik smolt van deze ‘eendtherapie’. Kortom, het TIST-model biedt voldoende compassie, gepaste nabijheid en aansluiting.

Toch blijft er iets wat me tegenstaat. Misschien is het de rigiditeit van zo’n model; het consequente gebruik van de delen-taal, en de toch wat afhoudende rol van de therapeut. Misschien is het een specifiek moment in de webinar-serie, waar Janina zei dat de therapeut niet in de verleiding moet komen om de ‘ontbrekende ervaring’ (bijvoorbeeld: geruststelling of troost) rechtstreeks aan de cliënt aan te bieden, maar de innerlijke gehechtheid te bevorderen.

Misschien ben ik te gefocust op woorden, maar het deed pijn toen Janina zei dat therapeuten afstand moeten houden van het ‘gehechtheids-deel’ – hoe charmant dat deel ook kan zijn. Dit ligt gevoelig omdat ik vaak gehoord heb dat ik met mijn therapeuten ‘flirt’. Dat is nooit mijn intentie, maar dat wordt blijkbaar zo geïnterpreteerd. Het is me niet helemaal duidelijk geworden hoe Janina, of andere therapeuten die het TIST-model volgen, hiermee om gaan. Het slechts herhaaldelijk stimuleren van innerlijke communicatie en als therapeut zelf wegblijven uit de communicatie met die gehechtheids-delen lijkt me namelijk niet helpend. Ik geloof dat we eerst moeten ervaren hoe veilige en liefdevolle hechting werkt, voordat we dat aan onszelf kunnen bieden. Voor die ervaring heb ik een meer actieve rol van de therapeut nodig.

Concluderend wil ik zeggen dat het TIST-model een compassievolle en nuttige bijdrage kan bieden aan herstel van een dissociatieve stoornis en (vroegkinderlijke) trauma. Daar staat tegenover dat een therapiemodel altijd een model blijft. Ik ben ervan overtuigd dat ik een mens nodig heb om te helen. Iemand die boven een therapiemodel uitsteekt, dat model ook af en toe durft los te laten. En iemand die juist wel ook rechtstreeks met mijn ‘delen’ (of wat er dan ook in mijn binnenwereld gebeurt) wil praten. Iemand die er ook voor hen wil zijn, voor iedereen die ik ben.

Bron: Anne van Winkelhof

Wil je de boeken van Janina Fisher lezen? Als je lid bent van Caleidoscoop, kun je ze kosteloos bij ons lenen.